Het symbool van de Dragonfly weerspiegelt een entiteit die zijn leven in één vorm begint en vervolgens verandert in iets heel anders. Er is een parallel te trekken van hoe een Two Spirit kan beginnen als een biologische man of vrouw, maar transformeert in iemand die behoorlijk anders is. In dit verband is de Dragonfly een symbool van de wervelwind, dat wat Moeder Aarde en Vader Hemel verbindt, net als de Two Spirit een verbinder en brug is tussen vrouwelijke en mannelijke beginselen.
De dag waarop ik voor het eerst hoorde over het fenomeen ‘Two Spirits’ binnen de cultuur van de Native Americans, is de dag waarop een deel van mijn levensenergie weer ging stromen waar een lange tijd een blokkade aanwezig was. Er was iets extatisch en tegelijkertijd verdrietigs aan dat er figuurlijk gezien een knopje van een schakelaar in me werd omgezet. Een zo vitaal en natuurlijk deel van me waar ik een lange tijd aan heb gesleuteld totdat ik het dusdanig aangepast en vervormd had tot iets waarin ik voor mijn gevoel wél geaccepteerd werd. Nu was het alsof ik de permissie had gekregen om dit wat ik al die tijd had geprobeerd te beteugelen ineens vrij te laten en te mogen zien als mijn kracht, als mijn gift, in plaats van mijn grote gebrek.
Binnen stammen van de Native Americans kregen vrouwelijke mannen en mannelijke vrouwen de naam ‘Two Spirit’. Two Spirits werden gezien als mensen die gezegend waren door de Schepper om het leven door de ogen van beide geslachten te zien. Het belichamen van zowel het mannelijke als het vrouwelijke werd gezien als een groot geschenk, een gave, daarmee kregen Two Spirits binnen hun stam vaak ook een speciale rol. Wanneer iemand geboren werd met een vrouwelijk geslacht en later bleek te willen jagen, dan kreeg diegene daar volledig de ruimte voor vanuit deze visie. Hetzelfde geldt voor iemand die geboren werd met een mannelijk geslacht en later graag kleren wilde maken van dierenhuid, deze Two Spirit zat dan tussen de ‘cisvrouwen’ (zoals wij dat noemen) deze taak uit te voeren.
Als kind stond ik mezelf het vanuit nature toe om dingen te doen en me te gedragen naar hoe ik me vanbinnen voelde. Dit resulteerde de ene keer in het spelen met poppen en de andere keer in het beklimmen van bomen. Het fantasiespel wat ik deed met poppen labelen wij als meisjesachtig, veel van de andere dingen die ik deed, waaronder honkballen en kattenkwaad uithalen, labelen wij als jongensachtig. Qua kleding trok ik meer jongensachtige dingen aan, het liefst droeg ik de oude kleding van mijn broer en had ik elke dag een pet op. Op de middelbare school is dit gaandeweg omgeslagen, simpelweg omdat het te onveilig voor me voelde om ‘anders’ te zijn. Ik werd ermee geplaagd en dreigde eerder afgezonderd te raken dan geïncludeerd.
Door deze aanpassing en onderdrukking van een zo natuurlijk stromend deel, heb ik mezelf destijds niet ontwikkeld tot een Dragonfly, maar ben ik voor mijn gevoel een tijd lang een larve gebleven. Daar waar andere cisvrouwen en -mannen om me heen wel meer tot hun recht kwamen in wat ze deden en hoe ze zich toonden aan de buitenwereld. Op het punt dat ik merkte dat ik mezelf echt kwijt aan het raken was, besloot ik voor een pad te kiezen waarbij de focus lag op het doorgronden van mezelf, op het dichter tot mijn kern komen. Het was op dit pad dat iemand me kennis liet maken met de Two Spirits en vertelde over diens ervaring van grote bevrijding toen diegene voor zichzelf besloot om zich niet langer in een hokje te laten stoppen voor het gemak van anderen.
Het besef kwam dat ik me jarenlang had gevormd naar wat anderen konden behappen in mijn ‘anders’ zijn. Dat resulteerde in behoorlijk veel begrenzingen in mezelf: ‘tot hier kan ik dit mannelijke (yang) deel in mezelf ruimte geven en verder niet’. We leven in het Westen in een enorm gekaderde wereld, dit wordt in letterlijke zin overduidelijk wanneer je vanuit een vliegtuig op ons land neerkijkt. Een grote houvast aan een gevoel van veiligheid is hier grotendeels de oorzaak van, alles doen om niet te hoeven voelen in angst over het onzekere. Onze mind is vaak pas tevreden als iets nieuws weer veilig in een bekend en geruststellend hokje weggestopt kan worden. Als we ergens nog geen helder kader voor hebben, we iets niet kunnen plaatsen of onszelf ergens niet in kunnen verplaatsen, dan is er een risico dat dit in een vorm gegoten wordt die niet past, puur om het toch in een hokje te kunnen plaatsen.
Zodoende heb ik mezelf in een hokje geplaatst van een stoere vrouw. Een hokje waaruit ik bevrijd ben zodra er een mogelijkheid kwam tot een nieuwe vorm, een vorm waarin dat wat ik al die tijd in mezelf kon ervaren maar wat ik onderdrukte, ineens ruimte kon krijgen en een kwaliteit kon worden. Wellicht zou je kunnen zeggen dat dit toch weer een nieuw hokje is, maar het is wel een hokje waarin ik me thuis voel en vrij. Elke moment heb ik de vrijheid om voor mezelf te bepalen hoe ik tevoorschijn wil komen, waar ik zin in heb en waar ik van ga stromen. Daar waar ik eerst de wereld kon ervaren als ‘vrouwen bakken, mannen hakken’ – en daar totaal verstrikt in raakte – voeg ik daar nu aan toe: ‘en Two Spirits kunnen allebei oppakken’. Daarmee ben ik eindelijk van larve naar Dragonfly gegaan en ben ik weer in contact met mijn eigen kracht en volle levensenergie.
Eigenlijk pleit ik dus voor het toevoegen van zoveel mogelijk nieuwe hokjes, zodat iedereen zich kan ontpoppen tot een wezen wat in diens kracht staat in ieders eigen vrije vorm. In het speciaal hoop ik dat er in ieder geval aan het genderspectrum een nieuwe kleur wordt toegevoegd – of geherintroduceerd: de gendertotalen. Daarmee hoop ik dat steeds meer mensen zich vrij voelen om zichzelf volledig te belichamen met alle yin én yang kwaliteiten die aanwezig zijn en steeds minder mensen zichzelf iets onthouden omdat het niet in het ‘plaatje’ past. Oftewel, wanneer je merkt dat je een deel van jezelf niet leeft omdat dit niet je zelfbeeld past: pas je plaatje aan. Alles is in je en je bent werkelijk vrij om het te leven!